Nieuws

Nederlands zaadbedrijf Bejo doet betaling aan Benefit-sharing Fund

Gepubliceerd op
3 december 2020

Het Nederlandse zaadbedrijf Bejo heeft een betaling gedaan aan het Benefit-sharing Fund van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voedsel en landbouw (ITPGRFA). Dit is omdat Bejo een commercieel product heeft ontwikkeld waarbij gebruik gemaakt werd van materiaal uit het Multilateraal Systeem van het ITPGRFA via het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN).

Toegang en verdeling van voordelen van genetische bronnen

Het Multilateraal Systeem (MLS) van het ITPGRFA is een gedeelde verzameling van genetische bronnen die bestaat uit 64 belangrijke voedsel- en voedergewassen. Onder bepaalde voorwaarden moeten degenen die materiaal uit het MLS gebruiken en hieruit producten ontwikkelen, een percentage van hun netto-opbrengst delen via het Benefit-sharing Fund van het ITPGRFA.

Via het Benefit-sharing Fund worden boeren en wetenschappers in ontwikkelingslanden ondersteund bij het behouden en in stand houden van de gewassen die ons van voedsel voorzien. Het Benefit-sharing Fund heeft meer dan 1 miljoen mensen geholpen via 80 projecten in 67 ontwikkelingslanden gedurende vier projectcycli. Op dit moment loopt de vierde ronde van deze projecten.

Bejo en het Centrum voor Genetische Bronnen

Bejo Zaden B.V. is een groentezaadbedrijf in Nederland dat momenteel actief is in meer dan 30 landen. In 2015 nam Bejo Agrisemen over, het bedrijf dat toegang verkreeg tot materiaal uit het MLS via het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). De betaling van Bejo aan het Benefit-sharing Fund is gebaseerd op een percentage van de zaadverkoop op basis van het materiaal dat is verkregen via het MLS. Bert Schrijver, Directeur Onderzoek bij Bejo, zegt: “Als bonafide bedrijf is het belangrijk dat wij ons houden aan de afspraken van de SMTA.”

Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) beheert een grote collectie van plantgenetische bronnen, met meer dan 23.000 rassen en wilde populaties in de genenbank. Het gaat om commerciële rassen, landrassen, boerenrassen en de wilde verwanten van onze gewassen uit meer dan 100 landen.

Theo van Hintum, hoofd van CGN-Plant, vertelt: “We weten allemaal dat de veredelingsindustrie een cruciale rol speelt in het voeden van de wereld door de nieuwe rassen te creëren die nodig zijn om voldoende en gezond voedsel te produceren. Genenbanken, zoals het CGN, dragen hieraan bij door genetische bronnen beschikbaar te maken voor de gebruikers die de veredeling uitvoeren. Het is geweldig om te zien dat deze gebruikers ook een deel van de financiële voordelen van hun activiteiten delen, met als doel het ruwe materiaal beter te kunnen beschermen in hun oorspronkelijke landen.”