Project

Project INSIGNIA

Vanuit de Europese Unie kwam de vraag hoe verontreinigende stoffen in onze leefomgeving effectief gemonitord kunnen worden. Al snel werd duidelijk dat bijenhouders hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Tijdens het INSIGNIA-project (een afkorting van ‘cItizeN Science InvestiGatioN for pesticides In Apicultural products) is een protocol ontwikkeld voor bijenhouders om met hun bijenvolken mee te werken aan het verzamelen van informatie over bestrijdingsmiddelen in het milieu.

Het project in het kort

Onbedoeld nemen bijen bij het verzamelen van nectar en stuifmeel, ook andere stoffen mee. Ze hebben een vliegbereik van ongeveer 3 km van de bijenkast, en zijn daardoor erg geschikt voor monitoringsonderzoek. Na een pilotonderzoek dat is uitgevoerd door de onderzoekers zelf, werd het project snel Europees uitgerold. Dankzij de inzet van 27 nationaal coördinatoren werden 315 bijenhouders geënthousiasmeerd om mee te werken aan het citizen science project. Na een kick-off bijeenkomst in Wageningen en het verzenden van de benodigde bemonsteringsmaterialen hebben de metingen tussen maart en september 2023 plaatsgevonden. De meeste citizen scientists hadden interesse in het project omdat ze voor het eerst konden meedoen aan een wetenschappelijk onderzoek, en daarnaast wilden ze graag zelf weten wat er in hun bijenkasten te vinden was. De onderzoekers boden ook aan om honingmonsters op glyfosaat en afbraakproducten te testen naast het onderzoek, zodat de bijenhouders ook inzicht kregen of dit herbicide in hun honing terechtkwam. De honingmonsters bleken erg schoon. Daarentegen werden er wel de nodige bestrijdingsmiddelen in de bijenkasten gevonden.

Resultaten

De samenwerking met de groep bijenhouders leverde veel informatie op. Op alle onderzochte locaties werden bestrijdingsmiddelen aangetroffen, waaronder zelfs middelen die al jaren verboden zijn. Verrassend genoeg werden ook veel stoffen gevonden die niet in de landbouw worden gebruikt. Zo stond DEET, een veelgebruikt insectenwerend middel, in de top 10 van aangetroffen stoffen. Naast bestrijdingsmiddelen konden de onderzoekers ook aantonen dat de bijen een breed scala aan stuifmeelsoorten verzamelen. Hoewel dit in eerste instantie op een biodiverse omgeving lijkt te duiden, is het eigenlijk minder goed nieuws. In plaatst van hun stuifmeel maar van een paar grote drachten te kunnen halen, moesten de bijen de omgeving afstruinen naar kleine stuifmeelbronnen en daarbij bijvoorbeeld ook cultuurplanten in tuinen benutten. Naast bestrijdingsmiddelen en stuifmeelsoorten is in het project ook gekeken naar luchtvervuiling, zware metalen en microplastics. Na dit onderzoek is het mogelijk om eens in de 4 of 5 jaar een vergelijkbare meting te doen. Dit zou inzicht geven in de ontwikkelingen van de milieuverontreiniging, de effectiviteit van beleidsmaatregelen om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te reguleren en welke stoffen er dan worden aangetroffen.